‎Justus van Gent (Joos van Wassenhove)‎

‎Gent, Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde 1910 78pp.+ 6 platen buitentekst, 22cm., onopengesneden, goede staat, S58669‎

‎Hebdomeros. Collection : L'âge d'or.‎

‎Paris, Flammarion, 1964. 15 x 21, 237 pp., broché, bon état (sauf dos abîmé).‎

‎Metaphysical art. The De Chirico journals - Fondazione Giorgio e Isa De Chirico - Volume 19‎

‎Imola, Maretti Editore, 2020, 16,5 x 24, 188 pages sous couverture rempliée illustrée. Iconographie couleurs.‎

‎Très bon état.‎

‎Spéléologie Lascaux, exposition du 28 février au 22 avril 1984 (catalogue).‎

‎Bruxelles, Musées Royaux d'Art et d'Histoire, 1984. 21 x 24, 88 pp., nombreuses illustrations et planches, broché, bon état.‎

‎HANS HARTUNG WERKEN OEUVRES 1949 - 1989,‎

‎Knokke, Samuel Vanhoegaerden Gallery, 2010 Kartonomslag geillustreerd in kleur, 240 x 330mm., 82pp., uitgebreide illustratie in kleur en z/w.‎

‎Uitgegeven naar aanleiding van de gelijknamige tentoonstelling in de Samuel Vanhoegaerden Gallery te Knokke. Tweetalige uitgave Nl/Fr. Nieuw.‎

‎A Romantic Affair - Paintings from an important dutch private collection - Amsterdam, Tuesday 18 November 2008‎

‎Christie's, Amsterdam, 2008. In-4, broché sous couverture illustrée en couleurs, 323 pp. Christie's International 19th Century European Art Departement - Specialists and Services for this Auction - Watercolours and Drawings - From Coloured Drawing to Watercolour, by Marius van Dam - Paintings - A traditional Dutch Interior by Hubertus van Hove, by ...‎

‎Avec 455 illustrations en couleurs.Ouvrage en langue anglaise. --- Plus d'informations sur le site archivesdunord.com‎

‎DE MEXICAANSE MURALISTEN,‎

‎, Exhibitions International, 1993, Geillustreerde kartonomslag, 215 x 270mm., 208pp., zeer uitvoerige kleurillustratie.‎

‎Tentoonstelling in het Museum voor Schone Kunsten te Gent, van 25 september - 12 december 1993. Europalia '93. In goede staat.‎

‎Joos Van Craesbeeck (ca. 1606 - ca. 1660). 2 VOLUMES.‎

‎Turnhout, Brepols, 2006 2 volumes hardcover, dusjacket,., XVIII+608 pages., 210 b/w ill., 190 x 250 mm, Languages: Dutch ISBN 9782503515670.‎

‎Joos van Craesbeeck was one of the leading genre painters in de seventeenth-century Southern Netherlands. As the only known pupil of Adriaen Brouwer, he contributed together with David II Teniers (1610-1690) and David III Ryckaert (1612-1661) to the revival of Flemish genre painting in the 1630s. His career was atypical by his combination of jobs. Originally trained as a baker, he did not start to paint until later in life, probably stimulated by the flowering of the arts in Antwerp. Initially he combined his painterly activities with the baker?s trade, but with the passing of time he devoted himself entirely to the arts. As so many painters, Joos van Craesbeeck was remarkably mobile. Coming from a prosperous and socially active family in the rather remote Hageland region, he spent his active life in the most important Brabantine cities of the era: first in Antwerp, than in Brussels. Over time, chroniclers have indulged in fantasies about Van Craesbeeck?s colourful nature to such an extent that in the nineteenth century, he and Adriaen Brouwer were presented as debauched cult heroes. Until today this romantic conceptualization determines the discourse about both painters. In the present book this image is adjusted by means of new findings about the life and work of Joos van Craesbeeck which are based on archival documents and the approximately hundred twenty paintings left behind by the artist. By situating Van Craesbeeck within the socio-economic and cultural world in which he worked, his oeuvre gains in meaning and his status as genre painter in light of reception-aesthetics is clarified. Van Craesbeeck?s works were primarily mainly intended for the free market and were bought by a cultivated and rather prosperous clientele with a sense of humour. This book is the first monograph that deals exclusively with this fascinating and non-conformist Brabantine genre painter. The catalogue raisonne forms the core of this study which -- for the first time -- assembles and describes at length Van Craesbeeck?s paintings. The preceding essay is composed of three chapters. After the chronicle of Van Craesbeeck?s fortunes focussing on the socio-economic and cultural background of the painter as well as his social status, the attention shifts from the second chapter onwards onto his work. In an attempt to reconstruct contemporary expectations, chapter 2 maps out genre-specific and decorum-related qualities of the comical paintings. Finally, a chronological outline is presented which positions Van Craesbeeck?s undated oeuvre within contemporary Netherlandish painting. Joos van Craesbeeck was n van de toonaangevende genreschilders in de zeventiende-eeuwse Zuidelijke Nederlanden. Als enige gekende leerling van Adriaen Brouwer, droeg hij samen met David II Teniers (1610-1690)en David III Ryckaert (1612-1661) bij tot de heropleving van de Vlaamse genreschilderkunst in de jaren 1630. Zijn loopbaan verliep atypisch door zijn cumul van beroepen. Oorspronkelijk was hij opgeleid als bakker. Wellicht geprikkeld door het Antwerpse artistieke elan, leerde hij nog op latere leeftijd het schildersvak aan. Terwijl hij aanvankelijk zijn schilderkunstige activiteiten met het bakkersberoep combineerde, wijdde hij zich later volledig aan het kunstenaarsschap. Zoals menig schilder in die tijd, was Joos van Craesbeeck buitengewoon mobiel. Afkomstig uit een welvarend en maatschappelijk ge ngageerd gezin in het enigszins afgelegen Hageland, bracht hij zijn actieve leven door in de belangrijkste Brabantse steden van het moment: eerst in Antwerpen, dan in Brussel. Omtrent Van Craesbeecks kleurrijke natuur werd dermate gefabuleerd dat hij tijdens de negentiende eeuw samen met Adriaen Brouwer als liederlijke cultuurheld werd opgevoerd. Deze romantische beeldvorming bepaalt nog steeds het gangbare discours over beide schilders. In dit boek wordt dit beeld bijgesteld aan de hand van nieuwe bevindingen omtrent het leven en werk van Joos van Craesbeeck op basis van archiefbescheiden en de zowat honderd twintig schilderijen die kunstenaar ons heeft nagelaten. Door Van Craesbeeck te situeren binnen de socio-economische en culturele wereld waarin hij werkzaam was, wint zijn oeuvre aan betekenis en wordt zijn statuut als genreschilder in het licht van de receptie-esthetica opgehelderd. Van Craesbeecks werken waren hoofdzakelijk bestemd voor de vrije markt en werden gekocht door een gecultiveerd, vrij welvarend en lachgraag publiek. Dit boek is de eerste monografie omtrent deze fascinerende en non-conformistische Brabantse genreschilder. ‎

‎Ludo Huys.‎

‎Knokke, Ludo Huys, 1993. 25 x 34, 205 pp., très nombreuses planches et illustrations entièrement en couleurs, reliure d'édition et étui carton glacé illustré, très bon état.‎

‎"N° 569 sur 1000 exemplaires numérotés à la main; envoi autographe illustré de l'artiste; quadrilingue : néerlandais, français, anglais, allemand."‎

‎Vermeer-Van Meegeren. Retour à la vérité. Deux authentiques Vermeer‎

‎Ed. Ad. Donker S.A., Rotterdam, 1951. Grand in-4, couverture rigide, reliure toile bleue, titres en lettres dorées, environ 250 pp. I. Introduction II. Préambule III. Suite au précédent et premières déclarations de Van Meegeren IV. Ce qu'il faut penser des méthodes scientifiques V. Van Meegeren risquait le tout pour le tout, il faillit bien réussir VI. Châssis et toile des ...‎

‎Avec 200 planches en noir et blanc en hors-texte. --- Plus d'informations sur le site archivesdunord.com‎

‎Jean Decoen.- Preface de Michel de GHELDERODE.‎

‎Mechelen, Dessain, 1973. Hardcover in-12 carre, 337 pages, nombreuses illustrations en noir et en couleurs, cartonnage sous jaquette illustree en couleurs.- E.O.‎

‎Tres bel exemplaire. [NV-29] ‎

‎Antonio Saura‎

‎Éditions de la Différence Grand in-4 carré Couverture rigide illustrée Paris 1994 ‎

‎Très bon 379 pages. Sous étui, légères traces d'usure à celui-ci. Coll. "Mains et merveilles". Belle monographie consacrée au peintre et écrivain espagnol.‎

‎Catalogue des tableaux modernes, aquarelles, pastels, dessins [...] faisant partie de la collection Pierre Decourcelle.‎

‎Paris Hôtel Drouot 1926 1 vol. Broché in-4, broché, couverture illustrée, non paginé (une centaine de pages, avec de nombreuses reproductions). Joli catalogue de vente avec 86 oeuvres présentées : des estampes de J.-L. Forain et des peintures de Degas, Berthe Morisot, Renoir, Toulouse-Lautrec, Utrillo, Valadon, Van Dongen, etc. Préfaces de Henry Bernstein et Arsène Alexandre. Complet du livret. Couverture légèrement salie.‎

‎BEATO ANGELICO,‎

‎Florence, Stab. Fotomeccanico - Fotochimico, 1908 Broche, couverture papier, 125x 150mm., 8pp. de texte, plusieures planches n/b ( 163 ) , 7pp. d'explications.‎

‎Collection Alinari. Etat satisfaisant.‎

‎Fernand Khnopff et ses rapports avec la Secession viennoise.‎

‎Bruxelles, Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique, [d.l. 1987] 1 volume 23,8 x 26,8cm Broché sous couverture à rabats au 1er plat illustré couleurs. 164p., 2 feuillets; nombreuses illustrations in texte, vignettes en noir et 36 pleines pages en couleurs. Très bon état. ‎

‎Ouvrage publié à l'occasion de l'exposition organisée par le Centre international pour l'Etude du XIXe siècle et présentée en 1987 aux Musées royaux des Beaux-Arts de Belgique, à Bruxelles: catalogue sur "le rôle éminent" de Fernand Khnopff (1858-1921) à Vienne, "ses participations aux diverses Secessions", et "où il est prouvé [qu'il] est le principal inspirateur de l'oeuvre de Klimt", par les historiennes d'art Catherine DE CROËS et Gisèle OLLINGER-ZINQUE: 85 n°s (dessins, peintures, dessins d'architecture, portraits et paysages, illustrations) avec notices, commentaires et vignettes en noir; précédé de textes de Philippe ROBERTS-JONES, du poète Emile VERHAEREN ("Silhouettes d'artistes: Fernand Khnopff" et "Un peintre symboliste", articles publiés en 1886 et 1887 dans la revue "L'Art moderne"), de l'écrivain autrichien Hermann BAHR ("Secession", traduction de l'extrait d'un ouvrage publié sous ce titre en 1900, à Vienne), du critique viennois Ludwig HEVESI ("Fernand Khnopff, le super-mystique de Bruxelles", traductions d'extraits d'articles publiés en 1898 et 1900), du peintre Josef ENGELHART ("En visite chez Khnopff", traduction d'un extrait des Mémoires de l'artiste), illustrés de vignettes en noir (croquis extraits des carnets de l'artiste), et suivis de 36 reproductions couleurs à pleine page; notes et références; biographie; bibliographie; traduction en néerlandais des 5 textes liminaires in fine. ‎

‎[ Edition originale - Livre signé par l'auteur ] "Textes" para canto y cinta magnetofonica‎

‎Un des 100 exemplaires numérotés et signés par José Luis de Delas, accompagnés d'une gravure à l'eau-forte numérotée et signée par Modest Cuixart (n° 100/100), 1 album in-4 en feuillets sous portfolio, Imprenta Juvenil, Barcelona, 1967, 1 f., eau-forte signée, 10 pp., 1 f. n. ch., 1 f. blanc‎

10 Images

‎La partitura "Textes" para canto y cinta magnetofonica, ha sido realizada en los Estudios de Radio Bremen, Solista : Margarita Sabartés, soprano, Bremen Junio de 1967. Bel exemplaire en très bon état, bien complet de l'eau-forte numérotée et signée par l'artiste catalan Modest Cuixart (1925-2007).‎

‎Nominalisme pictural : Marcel Duchamp, la peinture et la modernité.‎

‎P., Editions de Minuit ("Critique"), 1984. in 8°, 292 pages, illustrations en noir, broché.‎

‎Qq passage soulignés au crayon sinon bel exemplaire DEDICACE par l'auteur. [BAT-6] ‎

‎POUSSIN.Terre de France.‎

‎ Paris, Gallimard, 1933, 1 broché. in-8 de 113 pages, exemplaire numéroté sur alfa mousse des papeteries Lafuma-Navarre ; ‎

‎Le peintre Nicolas Poussin. ‎

‎L'art en Hollande au temps de David et Philippe de Bourgogne (Expostions de l'Institut néerlandais et du musée des Beaux-Arts de Dijon en 1993-1994)‎

‎Institut Néerlandais, Musée des Beaux-arts de Dijon Broché 1993 In-4, (25x22 cm), broché, couverture illustrée en couleurs, 144 pages, reproductions en couleurs et en noir et blanc, préface de Edward Craanen et Emmanuel Starcky, bibliographie, index ; bon état. Livraison a domicile (La Poste) ou en Mondial Relay sur simple demande.‎

‎L'ART EN HOLLANDE AU TEMPS DE DAVID ET PHILIPPE DE BOURGOGNE‎

‎Paris, Institut Néerlandais, Rotterdam, Musée des B-A, Dijon, 1993-1994, in-4 broché, 144 pp. Illustrations. Catalogue d'exposition. En français. TRES BON ETAT.‎

‎Peintures - Paintings.‎

‎ sd Imprimerie Sud Offset - Sans date - In-4, broché - Très nombreuses reproductions photographiques hors-texte en couleurs - Ouvrage bilingue français / anglais ‎

‎Bon état - Frottements et légers plis sur la couverture - Coins émoussés ‎

‎Auvers Ou Le Regard Des Peintres‎

‎Paris Valhermeil 1986 In8 33 pages - broché - nombreuses illustrations - trés bon etat‎

‎Très bon ‎

‎"Guide avec reconstructions; Pompéi-Herculanum et la villa Jovis à Capri. Collection : Autrefois et aujourd'hui."‎

‎Italie, Editions Vision, s.d. (ca 1970). 15 x 11, 88 pages, nombreuses photos couleurs + calques illustrés, reliure d'édition spirale, sous chemise skivertex, très bon état.‎

‎Guide avec reconstructions: Pompéi-Herculanum et la villa Jovis à Capri. Collection : Autrefois et aujourd'hui.‎

‎Italie, Editions Vision, s.d. 16 x 11, 88 pages, nombreuses photos couleurs + calques illustrés, reliure spirale, sous chemise skivertex, très bon état.‎

‎Le conservateur Bruno Ythier, précédemment, conservateur de la Cité internationale de la tapisserie d'Aubusson, l’avait remarqué pour sa technique et dont le modernisme de ses tapisseries et de ses cartons, l’avait particulièrement intéressé. Ensemble de 16 lettres autographes signées des « Degaine », au libraire et éditeur Georges Courville, libraire actif à Angers. 6 lettres ou cartes autographes signées du peintre Edouard Degaine, 3 lettres autographes signées de son épouse Marguerite Degaine et 7 lettres autographes signées de leur fille « Riquette ». Paris et Vallière, principalement de 1938 à 1947. Plusieurs enveloppes conservées avec affranchissements. ‎

‎Belle correspondance amicale et professionnelle. Plusieurs lettres font état de rencontres et invitations partagées avec l’éditeur. L’une d’elle, a été particulièrement appréciée par les Degaine revenant de Bretagne, où leur séjour a été magnifique, « magnifique à tous points de vue et je pense que nous aurons plaisir a en parler ensemble car c’est bien souvent que les "Courville" étaient évoqués… Nous devions vous envoyer une ou plusieurs cartes les trois hommes Zunz (Robert, banquier et mécène), Briant (Théophile, son galeriste pendant plusieurs années) et moi, mais en mer, il n’y a pas encore de boite aux lettres et sur terre il faut rouler ! ». 1947. Il lui avoue qu’il prend conscience de son « affreuse déficience amicale ? C’est un peu comme si elle se matérialisait, je la palpe, je la considère et écœuré, je la rejette à l’écart ». Il continue à travailler dans « son coin » et ne vois pour ainsi dire personne. « Lors de mon séjour à Paris, en 45 mon ami Briant….m’informait que Robert Rey (l’historien d’art et conservateur de musée), qui fréquentait dans les temps anciens sa galerie et aimait ma peinture, venant d’être nommé, directeur des Arts Plastiques à l’Education nationale, Briant l’avertissait de ma présence à Paris et lui parlait de mes portes laquées ; a la suite de ça, Rey venait me voir et se déclarait fort intéressé, il me donne la certitude d’importantes commandes. En attendant le Mobilier national me commande un petit paravent et c’est ce dernier que j’ai livré il y a une quinzaine. Il fut fort bien accueilli par M. Fontaine administrateur du Mobilier National qui me dit qu’il irait sans doute à l’Elysée ou à Rambouillet ; Mme Auriol et sa belle fille étant deux femmes de goût…». Il est très sensible de la bonne volonté de son ami éditeur au sujet d’illustrations possibles, « mais il faut que cette sorte de travail, être en contact avec éditeur, imprimeur et collaborer et s’entendre sur la conception que l’on a de l’illustration ; pour ma part je ne la conçois que comme une sorte d’accompagnement plastique très loin du descriptif… ». Il a vu également à Paris, le relieur Bernasconi et l’interrogea pour une éventuelle collaboration concernant « La Mort de Venise ». Il lui demande des nouvelles de Zunz, car sa mère l’avait poussé à solliciter « Bernasconi à faire quelque chose ». Très certainement, il pourrait participer à la création de « très intéressantes reliures, mais il faut-il encore trouver de nouveaux amateurs dans le genre de Robert Zunz… ». Marguerite, son épouse, très attachée à son mari et à ses filles conseille, aux Courville, en septembre 1939, de ne pas « s’exposer à Paris ni de remonter le courant. Quels remous ! ». Elle l évoque à l’épouse du libraire, leurs difficultés du quotidien et précise que son mari n’a pas travaillé du tout dehors. « Il dit que cette période est révolue et que le calme de l’atelier lui est nécessaire – Il a peint qqs natures mortes et fait 2 têtes de laque. Il se plait beaucoup ici (à Vallière), loin des ascenseurs, chauffage central, concierge etc… Zunz lui avait demandé en effet d’illustrer un manuscrit de G. Marcel, il ne se sentait pas au moment même dans l’atmosphère souhaitable, mais ça peut venir, l’inspiration étant une grande fantasque… ». Quant à Riquette qui entretient avec la jeune « Luce » des Courville, une correspondance soutenue, on constate qu’une réelle amitié est installée entre les deux jeunes filles et un échange constructif concernant leur scolarité y est présent. Une de ces lettres est terminée par quelques lignes autographes du peintre, en signe d’amitié.‎