" Brussels, éditions Cahiers de Belgique, 1931, 19 x 14,5 cm, 16 pp + 31 ill. h.t., orig. wrappers. vol. 5 in the series; Collection Peintres et Sculpteurs Belges."
Reference : 2931
Antiquariaat Wim de Goeij
M. Wim de Goeij
Max Temmermanlaan 15 - Postbox 39
2920 Kalmthout
Belgium
0032 496 381 439
according the rules of I.L.A.B. suivant les règles du CLAM
Gent, Fonds Mercator/ Mercatorfonds , maart 2010 hardback 305x260mm, 256 pagina's Dutch (NL) edition . ISBN 9789061539445.
Gustave Van de Woestyne (1881-1947), een van de meest oorspronkelijke figuren uit de Belgische kunstgeschiedenis. Het project sluit aan bij het verzamel- en tentoonstellingsbeleid van het museum dat onder meer gericht is op de Belgische kunst van de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw. Binnen deze periode krijgen het symbolisme en het expressionisme bijzondere aandacht. Gustave Van de Woestyne werd in zijn geboorteplaats Gent slechts een keer herdacht met een tentoonstelling. Deze vond plaats in het Museum voor Schone Kunsten in 1949, twee jaar na het overlijden van de kunstenaar. Ook in een meer recent verleden gaf het museum het werk van Van de Woestyne een belangrijke plaats in zijn tentoonstellingen, zoals in Veertig kunstenaars rond Karel Van de Woestijne (1979), Vlaams expressionisme in Europese context (1990), De collectie De Graaff-Bachiene (1992), Een zeldzame weelde (2001) en Kunst in ballingschap (2002). Daarnaast herbergt de verzameling van het Gentse museum een belangrijk en gevarieerd ensemble van zijn werken. In 1900 vestigde Gustave Van de Woestyne zich samen met zijn oudere broer, de dichter, prozaist en kunstcriticus Karel Van de Woestijne, in Sint-Martens-Latem, een landelijk dorp aan de Leie, in de omgeving van Gent. Ze vervoegden er de kunstenaars Valerius De Saedeleer, Albijn Van den Abeele en George Minne. Samen vormden ze de zogeheten eerste groep van Latem. Het was in dit gezelschap dat Van de Woestyne zich zowel intellectueel als artistiek ontwikkelde. Met zijn kunstenaarsvrienden deelde Van de Woestyne een belangstelling voor het rurale leven dat losstond van de industriele maatschappij, een zin voor contemplatie en vroomheid en een bewondering voor de Vlaamse en Italiaanse primitieven. Hij realiseerde tijdens deze Latemse periode onbevangen voorstellingen van het landleven, bijbelse taferelen en gevoelige portretten van dorpsfiguren, familieleden en vrienden. In 1909 verliet Van de Woestyne Sint-Martens-Latem. Hij vestigde zich achtereenvolgens in Leuven, Etterbeek en Tiegem. Dit betekende echter niet dat de kunstenaar Latem volledig achter zich liet. Zowel thematisch als stilistisch bleef de herinnering aan het Leie-dorp zijn invloed uitoefenen. Het was eveneens gedurende deze periode dat hij een veelgevraagde portrettist werd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleef Van de Woestyne met zijn gezin op verschillende locaties in Groot-Brittannie. Hij schilderde er een aantal monumentale aanklachten tegen het oorlogsgeweld, en was bijzonder actief als portretschilder. Terug in Belgie, vanaf 1919, trachtte de kunstenaar aansluiting te vinden bij het modernisme. Hij verwerkte het expressionisme en het kubisme tot een persoonlijk compromis waarbij de interesse voor de beeldtaal van de primitieven aanwezig bleef. Zijn werk behield een meditatief karakter, vol symboliek en, bij momenten, vervreemding. De schriftuur van Van de Woestyne werd bepaald door een uitgesproken zin voor synthese waarbij vormen sterk vereenvoudigden en de deformatie niet gemeden werd. Hierdoor is zijn werk uit deze naoorlogse periode verwant met het neorealisme en de Neue Sachlichkeit in Duitsland. Met de tentoonstelling die het Museum voor Schone Kunsten van Gent in het voorjaar van 2010 organiseert, heeft het de ambitie Gustave Van de Woestyne zo ruim en wetenschappelijk mogelijk te belichten. De kunstenaar zal vertegenwoordigd zijn met een uitzonderlijke keuze van representatieve werken, zowel schilderijen, tekeningen als grafiek. Zijn artistieke ontwikkeling wordt chronologisch in beeld gebracht, met een focus op een aantal thema's, waaronder portretten, stillevens en religieuze taferelen.
Amsterdam, Davidsfonds, 2020 Softcover, 302 pp., 20x12.5cm., ISBN 9789002269059.
In de vroege jaren 1930 begint de schilder Gustave van de Woestyne (1881-1947) zijn herinneringen aan zijn pas overleden lievelingsbroer, de dichter Karel van de Woestijne (1878-1929), op papier te zetten. Dat doet hij in een beeldende streektaal, met sprekende details, veel fantasie en een apart gevoel voor humor. Die cocktail verleent een bijzondere charme aan het verhaal. Bij de eerste uitgave in 1979 stal Karel en ik meteen de harten van de lezers. Velen betreurden later dat deze memoires niet meer in de handel verkrijgbaar waren. Voor het eerst verschijnt het werk nu in een zorgvuldige maar gemoderniseerde weergave van het manuscript. De tekst is voorzien van verhelderende annotaties, een situerende inleiding, een nawoord waarin feit en mythe van elkaar worden gescheiden, een personenregister en een bibliografie. Zo kan het boek zowel liefhebbers als specialisten aanspreken. Deze nieuwe editie wordt bezorgd door Johan De Smet, Leo Jansen, Peter Theunynck en Hans Vandevoorde.
1997 Snoeck-Ducaju & Zoon, Pandora Hardcover Very Good
Gustave van de Woestyne 1881-1947 (Monografieën over moderne kunst) tentoonstellingscatalogus museum van Deinze en de Leiestreek harde kaft met stofwikkel, 30 x 25 cm, 197 blz, zeer goede staat
1997 Snoeck-Ducaju & Zoon, Pandora Hardcover Very Good
Gustave van de Woestyne 1881-1947 (Monografieën over moderne kunst) tentoonstellingscatalogus museum van Deinze en de Leiestreek zachte kaft, 300 x 245 mm, 197 blz, illustraties in kleur en z/wzeer goede staat
Antwerpen, Museum van Schone Kunsten Antwerpen, 1981 softcover onder geillustreerde kartonomslag, 240 x 25mm., 107pp. tekst met illustraties en z/w
Uitgegeven naar aanleiding van de gelijknamige tentoonstelling in het Museum 13 juni -13 september 1981.