Bruxelles/Paris, Editions Labor, 1933. 12 x 19, 233 pp., broché, état moyen (dos gauchi).
Edition originale sur papier ordinaire (achevé d'imprimer : 15 novembre 1933).
Paris, Librairie Valois/Cahiers Bleus, 1932. 11 x 17, 125 pp., broché, bon état (couverture légèrement défraîchie).
Paris, Corrêa, 1939-1949. 12 x 19, 5 volumes, 345 + 439 + 375 + 411 + 440 pages, broché, non coupé, très bon état général (dos et couverture tome 4 légèrement abîmés).
"Edition complète en 5 volumes; N° 657 sur 500 exemplaires numérotés sur alfa mousse; tome 1 : Mort d'Isabelle; tome 2 : Feu dormant; Présence du Fils; tome 3 : Martine; tome 5 : 441 pp."
Paris, Corrêa, 1946-1949. 12 x 19, 3 volumes, 421 + 474 + 489 pages, broché, très bon.
"édition complète en 3 volumes; N° 69 sur 200 exemplaires numérotés sur papier vélin."
Anvers-Bruxelles, Le Monde du Livre, 1960. Hardcover in-8, 222 pp., reliure pleine soie décorée de l'éditeur.- Exemplaire numéroté.
Cartonnage sali. [TX-15]
Anvers/Bruxelles, Le Monde du Livre, 1960. 13 x 20, 222 pp., reliure d'édition pleine soie bordeaux, très bon état (sauf dos très légèrement insolé).
N° 405 sur 1160 exemplaires numérotés.
Paris Les Ecrivains Réunis 1930. Petit in-8 carré broché 48 feuillets non chiffrés. Edition originale. 1 des 450exp numérotés sur Alfa Bouffant. Envoi signé de l'auteur.
Charles Plisnier (1896-1852), écrivain Belge de langue française, poète et romancier.
Paris, Editions Corrêa, 1946. "14 x 19, 191 pp., broché, non coupé, bon état (papier légèrement jauni; couverture légèrement insolée)."
Bruxelles/Paris, Editions Labor, 1936. 14 x 19, 125 pp., broché, non coupé, bon état (couverture défraîchie).
Edition originale sur papier ordinaire.
Anvers/bruxelles, Le Monde du Livre, 1960. 14 x 20, 222 pp., reliure d'édition pleine soie + rhodoïd, très bon état.
N° 364 sur 1160 exemplaires numérotés.
Bruxelles/Paris, Les Cahiers du Nord, 1949. 15 x 20, 88 pp., broché, non coupé, bon état (couverture insolée).
Charleroi, Les Cahiers du Nord, 1949. 15 x 20, 98 pp., broché, très bon état.
La Louvière (Belgique), I.C.O., 1967. 21 x 18, 9 illustrations en N/B, broché, bon état.
"envoi de l'artiste; édition en français."
Antwerpen, Bureel van de "Bijdragen tot de Geschiedenis", 1937 Paperback , 165pp., 15.5x22cm., goede staat.
Louvain, Nauwelaerts 1985 263pp., br.orig., 24cm., dans la série "Centre Interuniversitaire d'histoire contemporaine. Cahiers" no.98, bon état, B84820
Paris, Jeunesse Ouvrière Chrétienne/Toulouse, Apostolat de la Prière, 1930. 11 x 20, 36 pp., broché, bon état (couverture défraîchie).
Antwerp, Pandora, 1995 Bound, grey linen with dustjacket in orig. slipcase, 231pp., 25x31cm., num. ills. in col. and b/w., as new. ISBN 9053250352.
Hasselt, Provinciale bibliotheek., 1960 Geniet, 7pp., 24x16cm., goede staat (bibliotheekstempel op cover).
Antwerpen, Centrum voor Studie en Documentatie 1971 LXXIII + 354pp., in-8, in de reeks: "Nederlandse Volkskundige Bibliografie. Systematische registers op tijdschriften, reekswerken en gelegenheidsuitgaven" vol.16, mooie staat, B37645
Bruxelles. Bibliothèque Phantomas (n° 25). 1979. In-8° broché. 2 planches hors texte. 42 pages. E.O.
Envoi de l'auteur à Théodore Koenig. Très propre.
Bruxelles. Bibliothèque Phantomas (n° 25). 1979. In-8° broché. 2 planches hors texte. 42 pages. E.O.
Très propre.
Bruxelles, Editions Le Centaure, 1936. in-12, XI-182 pages, broche, couv.
Tres bel exemplaire. [BE-2]
, BAI, 2011 Paperback, 95 pagina's, 24x22 cm. ISBN 9789085865735.
Installaties van Zeger Reyers in en rond het Braempaviljoen te Middelheim. Zeger Reyers (1966, NL) is bekend geworden met installaties waarbij hij ruimten liet begroeien met paddenstoelen of schimmels. Natuurlijke processen als eten en gegeten worden, groei, bloei en verval hebben zijn speciale aandacht. Hij laat zwammen uit meubels en apparaten groeien en hij zonk stoelen af in de Oosterschelde, om ze te laten overwoekeren door mosselen. Het werk van Zeger Reyers laat zich niet eenduidig lezen. Het straalt een lyriek uit die doet denken aan het enthousiasme waarmee in Victoriaanse tijden de natuur werd bestudeerd. In de gepassioneerde wijze waarop Reyers paddenstoelen kweekt en er recepten en wetenswaardigheden bij verzamelt, liggen wetenschap en kunst - net als in het Westerse wereldbeeld van de 19e eeuw - op een logische manier in elkaars verlengde. Voor het Middelheimmuseum werkt hij aan een presentatie met verschillende werken, in en rond het Braempaviljoen. Opnieuw staan de overgang tussen ontstaan en verval centraal. Bovendien gaat Reyers de confrontatie aan met de biomorfe architectuur van het paviljoen en met de vormentaal van Renaat Braem (die dit jaar gevierd wordt naar aanleiding van zijn 100ste verjaardag).
Anvers, J.-E. Buschmann 1859 vii + 136pp., 18cm., br.orig., qqs. rousseurs, bon état, rare, B89385