, Gent, Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 2006, Kartonomslag, 155 x 240mm., 594pp.
Gerard Walschap was niet alleen een belangrijk prozaschrijver, zijn rol als criticus in de periode 1920-1940 kan moeilijk overschat worden. Jammer genoeg is een deel van die kritische geschriften moeilijk bereikbaar voor onderzoekers en het geinteresseerde lezerspubliek. De tijdschriften waarin ze gepubliceerd werden zijn immers slechts op enkele plaatsen bewaard en, zoals in het geval van Het Vlaamsche Land, alleen op microfilm raadpleegbaar. Daarom werd aan de Universiteit Antwerpen een project opgezet dat moet leiden tot de publicatie van alle kritische teksten die met zekerheid aan Walschap kunnen worden toegeschreven. Een volledige editie van deze kritieken zal een verduidelijkend licht werpen op enerzijds Walschaps evolutie als prozaschrijver en voorvechter van de prozavernieuwing in de Vlaamse literatuur en anderzijds op Walschaps levensbeschouwelijke evolutie en op het verband tussen de twee. Bij de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (Gent) verscheen het eerste deel van deze editie, waarin alle kritieken die Gerard Walschap publiceerde in verschillende tijdschriften tussen 1922 en 1926 opgenomen zijn. In een inleidend literair-historisch essay, ???Gerard Walschap en Het Vlaamsche Land???, geeft bezorger Manu van der Aa een eerste beschrijving en duiding van Walschaps beginnende en zich ontwikkelende kritische arbeid. Nieuw boek.
Turnhout, eigen beheer, 2018 Paperback, 240 Pagina's, Nieuwstaat. ISBN 9789090308135.
In 2008 verscheen Ik heb de liefde liefgehad, de knappe en uiterst leesbare biografie van Alice Nahon (1896-1933) van de hand van Manu van der Aa. De auteur publiceerde intussen ook de biografie van de culturele en artistieke duizendpoot Paul-Gustave van Hecke. Met de uitgave van de beschikbare brieven van Alice Nahon keert hij naar een van zijn eerste liefdes terug. Hij doet dat aan de hand van een erg fraai vormgegeven brieveneditie waarin hij de teruggevonden brieven van de jonggestorven dichteres annoteert en kadert. Dat gebeurt bovendien op een inlevende manier, met veel stielkennis en zonder poeha. Het verscherpt het beeld van de dichteres en levert erg fraaie illustraties en kanttekeningen op bij haar tragische levensverhaal.In de brieven van Nahon passeert zowat de halve artistieke scene van het Kempense interbellum: de nagenoeg vergeten dichter Jef Leynen (1880-1936) - wellicht haar grote liefde en aan wie ze een aantal hartverscheurende brieven heeft gericht - Gerard Walschap en zijn vrouw Matje Theunissen, Michel Seuphor, Emmanuel de Bom, Lode Baekelmans, de componist Alfons Moortgat of de schrijver en musicus Joris Vriamont die haar liefst op een afstand hield, en voorts nog een flink aantal vrienden en vriendinnen, naast heel wat schrijvende priesters en religieuzen.Alice Nahon zal bekend blijven omwille van de vele straten die her en der naar haar zijn vernoemd, maar evenzeer voor de onvergetelijke versregels