, Gent, Secretariaat van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 1998., Originele uitgeversomslag, 16x24cm.
Bouwstenen op het gebied van de Nederlandse Naamkunde, Dialectologie en Filologie, 1. Dialectatlassen van het Nederlandse taalgebied bestaan sedert decennia; dit is echter de eerste die gebaseerd is op een systematisch opgestelde vragenlijst waarin de hele interne taalgeschiedenis van de Nederlandse fonologie en morfologie een neerslag heeft gevonden. Tussen 1979 en 1994 is deze vragenlijst op 574 plaatsen zowel in Nederland als in Vlaams-Belgie en Frans-Vlaanderen afgevraagd. Daarna is het materiaal door een beperkt aantal transscribeurs voor wetenschappelijk onderzoek gereed gemaakt. Het beperkte aantal streng geselecteerde medewerkers is een garantie voor de homogeniteit van de opnames. De kaarten worden toegelicht in een omstandig technisch en inhoudelijk commentaar, waarbij ook de relevante literatuur vermeld wordt. Bij elke kaart bezorgen de auteurs een bespreking van structurele en historische aspecten van de evolutie. In de derde aflevering van de atlas zullen belangrijke conclusies in verband met deze evolutie bijeengebracht, en met synthesekaarten toegelicht worden.
, Gent, Secretariaat van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 2000., Gebrocheerd, originele uitgeversomslag, 16x24cm. ISBN 9789072474360.
Bouwstenen op het gebied van de Nederlandse Naamkunde, Dialectologie en Filologie, 5. Dialectatlassen van het Nederlandse taalgebied bestaan sedert decennia; dit is echter de eerste die gebaseerd is op een systematisch opgestelde vragenlijst waarin de hele interne taalgeschiedenis van de Nederlandse fonologie en morfologie een neerslag heeft gevonden. Tussen 1979 en 1994 is deze vragenlijst op 574 plaatsen zowel in Nederland als in Vlaams-Belgie en Frans-Vlaanderen afgevraagd. Daarna is het materiaal door een beperkt aantal transscribeurs voor wetenschappelijk onderzoek gereed gemaakt. Het beperkte aantal streng geselecteerde medewerkers is een garantie voor de homogeniteit van de opnames. De kaarten worden toegelicht in een omstandig technisch en inhoudelijk commentaar, waarbij ook de relevante literatuur vermeld wordt. Bij elke kaart bezorgen de auteurs een bespreking van structurele en historische aspecten van de evolutie. In de derde aflevering van de atlas zullen belangrijke conclusies in verband met deze evolutie bijeengebracht, en met synthesekaarten toegelicht worden. Deel IV, gepland voor 2002, zal gewijd zijn aan het consonantisme.
, Gent, Secretariaat van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, , 2005 softcover, XXVIII + 446pp, Bouwstenen op het gebied van de Nederlandse naamkunde, dialectologie, nummer 9 ISBN 90-72474-61-9 ISBN13 978-90-72474-61-2 ISBN 9789072474612.
Dialectatlassen van het Nederlandse taalgebied bestaan al decennia; dit is echter de eerste die gebaseerd is op een systematisch opgestelde vragenlijst waarin de hele interne taal-geschiedenis van het Nederlands een neerslag heeft gevonden. Tussen 1979 en 1994 is deze vragenlijst met steun van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (het Meertens Instituut, Nederland) en van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (Belgie), op 574 plaatsen zowel in Nederland als in Vlaams-Belgie en Frans-Vlaanderen afgevraagd. Daarna is het materiaal door een beperkt aantal transcribeurs voor wetenschappelijk onderzoek gereed gemaakt. Het beperkte aantal streng geselecteerde medewerkers is een garantie voor de homogeniteit van de gegevens In 1998 verscheen de eerste aflevering (deel I), gewijd aan het korte vocalisme in gesloten lettergreep, in 2000 de tweede aflevering met daarin deel II, gewijd aan de vocaalverlenging (Westgermaanse korte vocalen in open lettergreep) en deel III, gewijd aan de evolutie van de Westgermaanse lange vocalen en diftongen. Deze derde en laatste aflevering omvat deel IV, dat het consonantisme behandelt. Het uitgangspunt is in dit deel anders dan in de vorige, waar een indeling op basis van het Westgermaanse vocalisme een stevige en betrouwbare basis vormde. Hier is geopteerd voor het stadium dat in het Vroegmiddelnederlands bereikt was, en dat, afgezien van een paar domeinen (b.v. dat van de h-wegval) nog redelijk homogeen in het hele taalgebied bestond. De volgorde wordt fundamenteel bepaald door de indeling in articulatieklassen: occlusieven - fricatieven - nasalen - liquidae - glides. Daarbinnen wordt thematisch gewerkt (b.v. de problematiek van einddeletie, van epenthesis, enz.) De tekenkeuze op de 216 zwart-wit- kaarten is volledig opnieuw ontwikkeld vanuit de noden van de behandelde problematiek. De kaartbeelden worden in een omstandig commentaar toegelicht, waarbij ook een bibliografie voor verder onderzoek wordt opgenomen.
Gent, Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 2008 454pp. met ills., 24cm., originele omslag, goede staat, T94350
Gent, Akademie-Verlag 1985, 245x160mm, 261 blz., percaline binding. Eerbetoon van de auteur onderaan de titelpagina. Nr. 39 / 600 Exemplaren. Mooi exemplaar.
, Aartrijke, Decock, 1993., Gebonden, linnen, met omslagwikkel, frontispice (foto) z/w, 24,5x17,5cm, 474pp.
Liber Amicorum, een bio- bibliografische schets, Peeter Pot, Cauwelaert familienaam, Turnhoutse vondelingen, klokkegieter G, Lenaerts, verboden leute, moderne huisnamen in Kontich, Kring voor heemkunde Kontich. 42 bijdragen van verschillende geschiedkundigen.