BEKAERT, GEERT / Christophe Van Gerrewey / Mil De Kooning / Herman Stynen
Reference : 57793
Gent, Vlees en beton / Stichting Monumenten- en Landschapszorg, 1985 - 2012 Gebonden, Hardcover met stofomslag compleet. 9 volumes, met bijna 650 teksten en met meer dan 4000 pagina's. deel 1; Stapstenen, 1950-1965 / deel 2; Los in de ruimte, 1966-1970 / deel 3; Hierlangs, 1971-1980 / deel 4; De kromme weg, 1981-1985 / deel 5; Spoorloos, 1986-1990 / deel 6; Nergens blijven, 1991-1995 / deel 7; Schuilplaats, 1996-2000 / deel 8; Kleur bekennen, 2001-2005 /deel 9; Wijnvlekken, 2006-2011. complete set in nieuwstaat. Enkel deel 4 is genummerd 1/80 ex. ISBN: 978907783379 ISBN 978907783379.
Aan de vakgroep architectuur & stedenbouw wordt sinds 2007 gewerkt aan de publicatie van het verzameld werk van de Belgische architectuurcriticus Geert Bekaert (1928). Midden jaren 80 verschenen reeds de eerste delen van de verzamelde opstellen, onder redactie van Mil De Kooning en Herman Stynen. Tussen 2008 en 2012 werden de volgende 7 delen gepubliceerd onder redactie van Christophe Van Gerrewey en Mil De Kooning. Meer dan dertig jaar al schrijft Geert Bekaert over kunst en architectuur. Dat doet hij met een ontvankelijkheid voor de meest uiteenlopende onderwerpen. Van ijzeren volkskunst in Vlaams-Brabant tot het Weense raffinement van Hans Hollein. Van Koptische kunst tot Koolhaas. L ger en James Lee Byars. Enzovoort, want opsommen is nutteloos. Opsommen is wat Geert Bekaert trouwens nooit doet in zijn geschriften. Een der wezenstrekken daarvan is zijn verlangen om te erkennen: een verlangen om het onderwerp heel te houden door niet te reduceren naar een vaste norm of methode. Geen verhalen die de wereld van zijn onderwerp aan het oog onttrekken maar woorden waarin die wereld tot ontsluiting komt. Niet de gesloten wereld der abstracties maar de concrete wereld die nooit f is. Die telkens moet vernieuwd worden in zinvolle, in concrete werken en in zinvolle, concrete verhalen daarover. D r liggen Geert Bekaerts stapstenen, daar ligt zijn kromme weg, de weg die geen beloofde bestemming kent maar ook niet zonder richting is. Richting en gerichtheid sluiten verandering en verschuiving niet uit: het concrete contact met het onderwerp maakt spraak maar maakt ook tegenspraak mogelijk. Het is met de weg die Geert Bekaert gaat als met het leven, dat tegenstellingen in het leven roept en samen houdt - met als enige restrictie dat het inderdaad om leven gaat. Die versatiele verkenningen maken van deze teksten een zeldzaam avontuur. Voor de maker - die zijn eigen ruimte cre ert, een klankruimte die zonder zijn stem onbestaande is - en niet minder voor de lezer, als di tenminste bereid is een gemakkelijk evenwicht prijs te geven en geen vaste maar een beweeglijke waarheid te aanvaarden. Is deze voorwaarde vervuld dan wordt een tekst van Geert Bekaert een gebeuren: achter ogenschijnlijke ongenaakbaarheid ontvouwt zich een aanspreekbare schriftuur, een aanspreekbare werkelijkheid. Al was het maar voor de duur van een lectuur /Mil De Kooning.
BEKAERT, GEERT / Christophe Van Gerrewey / Mil De Kooning / Herman Stynen
Reference : 58947
Gent, Vlees en beton / Stichting Monumenten- en Landschapszorg, 1985 - 2012 Gebonden, Hardcover met stofomslag compleet. deel 4 ; De kromme weg, 1981-1985 ISBN 978907783379.
Aan de vakgroep architectuur & stedenbouw wordt sinds 2007 gewerkt aan de publicatie van het verzameld werk van de Belgische architectuurcriticus Geert Bekaert (1928). Midden jaren 80 verschenen reeds de eerste delen van de verzamelde opstellen, onder redactie van Mil De Kooning en Herman Stynen. Tussen 2008 en 2012 werden de volgende 7 delen gepubliceerd onder redactie van Christophe Van Gerrewey en Mil De Kooning. Meer dan dertig jaar al schrijft Geert Bekaert over kunst en architectuur. Dat doet hij met een ontvankelijkheid voor de meest uiteenlopende onderwerpen. Van ijzeren volkskunst in Vlaams-Brabant tot het Weense raffinement van Hans Hollein. Van Koptische kunst tot Koolhaas. L ger en James Lee Byars. Enzovoort, want opsommen is nutteloos. Opsommen is wat Geert Bekaert trouwens nooit doet in zijn geschriften. Een der wezenstrekken daarvan is zijn verlangen om te erkennen: een verlangen om het onderwerp heel te houden door niet te reduceren naar een vaste norm of methode. Geen verhalen die de wereld van zijn onderwerp aan het oog onttrekken maar woorden waarin die wereld tot ontsluiting komt. Niet de gesloten wereld der abstracties maar de concrete wereld die nooit f is. Die telkens moet vernieuwd worden in zinvolle, in concrete werken en in zinvolle, concrete verhalen daarover. D r liggen Geert Bekaerts stapstenen, daar ligt zijn kromme weg, de weg die geen beloofde bestemming kent maar ook niet zonder richting is. Richting en gerichtheid sluiten verandering en verschuiving niet uit: het concrete contact met het onderwerp maakt spraak maar maakt ook tegenspraak mogelijk. Het is met de weg die Geert Bekaert gaat als met het leven, dat tegenstellingen in het leven roept en samen houdt - met als enige restrictie dat het inderdaad om leven gaat. Die versatiele verkenningen maken van deze teksten een zeldzaam avontuur. Voor de maker - die zijn eigen ruimte cre ert, een klankruimte die zonder zijn stem onbestaande is - en niet minder voor de lezer, als di tenminste bereid is een gemakkelijk evenwicht prijs te geven en geen vaste maar een beweeglijke waarheid te aanvaarden. Is deze voorwaarde vervuld dan wordt een tekst van Geert Bekaert een gebeuren: achter ogenschijnlijke ongenaakbaarheid ontvouwt zich een aanspreekbare schriftuur, een aanspreekbare werkelijkheid. Al was het maar voor de duur van een lectuur /Mil De Kooning.
BEKAERT, GEERT / Christophe Van Gerrewey / Mil De Kooning / Herman Stynen
Reference : 58948
Gent, Vlees en beton / Stichting Monumenten- en Landschapszorg, 1985 - 2012 Gebonden, Hardcover met stofomslag compleet. enkel deel 3; Hierlangs, 1971-1980 ISBN 978907783379.
Aan de vakgroep architectuur & stedenbouw wordt sinds 2007 gewerkt aan de publicatie van het verzameld werk van de Belgische architectuurcriticus Geert Bekaert (1928). Midden jaren 80 verschenen reeds de eerste delen van de verzamelde opstellen, onder redactie van Mil De Kooning en Herman Stynen. Tussen 2008 en 2012 werden de volgende 7 delen gepubliceerd onder redactie van Christophe Van Gerrewey en Mil De Kooning. Meer dan dertig jaar al schrijft Geert Bekaert over kunst en architectuur. Dat doet hij met een ontvankelijkheid voor de meest uiteenlopende onderwerpen. Van ijzeren volkskunst in Vlaams-Brabant tot het Weense raffinement van Hans Hollein. Van Koptische kunst tot Koolhaas. L ger en James Lee Byars. Enzovoort, want opsommen is nutteloos. Opsommen is wat Geert Bekaert trouwens nooit doet in zijn geschriften. Een der wezenstrekken daarvan is zijn verlangen om te erkennen: een verlangen om het onderwerp heel te houden door niet te reduceren naar een vaste norm of methode. Geen verhalen die de wereld van zijn onderwerp aan het oog onttrekken maar woorden waarin die wereld tot ontsluiting komt. Niet de gesloten wereld der abstracties maar de concrete wereld die nooit f is. Die telkens moet vernieuwd worden in zinvolle, in concrete werken en in zinvolle, concrete verhalen daarover. D r liggen Geert Bekaerts stapstenen, daar ligt zijn kromme weg, de weg die geen beloofde bestemming kent maar ook niet zonder richting is. Richting en gerichtheid sluiten verandering en verschuiving niet uit: het concrete contact met het onderwerp maakt spraak maar maakt ook tegenspraak mogelijk. Het is met de weg die Geert Bekaert gaat als met het leven, dat tegenstellingen in het leven roept en samen houdt - met als enige restrictie dat het inderdaad om leven gaat. Die versatiele verkenningen maken van deze teksten een zeldzaam avontuur. Voor de maker - die zijn eigen ruimte cre ert, een klankruimte die zonder zijn stem onbestaande is - en niet minder voor de lezer, als di tenminste bereid is een gemakkelijk evenwicht prijs te geven en geen vaste maar een beweeglijke waarheid te aanvaarden. Is deze voorwaarde vervuld dan wordt een tekst van Geert Bekaert een gebeuren: achter ogenschijnlijke ongenaakbaarheid ontvouwt zich een aanspreekbare schriftuur, een aanspreekbare werkelijkheid. Al was het maar voor de duur van een lectuur /Mil De Kooning.
Gent -, Interieur, , 1996-1998 softcovers, 4 VOLUMES Text Dutch-English Illustrated..
FACETTEN # 1 Interieur 96 / teksten van Geert Bekaert, Marc Dubois, Max Borka, e.a.; inleiding door Geert Bekaert. 80 PAG. **** FACETTEN # 2 Arquitectura de Flandes/ ARCHITECTUUR UIT VLAANDEREN..St phane Beel, Hilde Daem, Luc Martens, Paul Robbrecht, Marie-Jos Van Hee. 44 PAGES **** FACETTEN # 3 Kortrijk 1990-2000 : projecten voor een stad / red.: Mil De Kooning, Ronny De Meyer; met teksten van Geert Bekaert, Karel Debaere, Bart Verschaffel, e. a. *** FACETTEN # 4/ Stations en hun omgeving : Antwerpen, Brugge, Brussel, Leuven, Luik / samenst. en red.: Geert Bekaert e.a.; teksten van Bruno De Meulder, Koen Stuyven, Marcel Smets, e.a.; voorwoord door Geert Bekaert. 75 PAGES.
Rotterdam. Nederlands Architectuurinstituut, 1994. In-4 reliure pleine toile éditeur, jaquette illustrée. Textes en néerlandais, français et anglais. Importante iconographie : photos, plans, croquis, etc. E.O. Envoi autographe de Charles Vandenhove.
, Ludion, .gebonden in linnen met stofomslag compleet.186pp illustraties Nederlands. ISBN 9789055442768.
Tweede deel in de reeks architectuurmonografie n o.l.v. Geert Bekaert waarin o.m. Mil de Kooning en Bart Verschaffel Beels ontwerpen en realisaties situeren in het internationale architectuurlandschap. Stephane Beel made his surprising debut in 1985 with a house in Zoersel, in which he brilliantly transformed all the details of the site to create an extraordinary home. Since then he has pulled off several similar feats. At Villa M. in Zedelgem, he converted an overgrown farmhouse garden into an inhabitable enclosed structure, and in 1996, he transformed a dairy farm in Eekio, Belgium into an office building. This book includes an essay by Bekaert, a conversation between Beel, Mil de Kooning, and Verschaffel, and a complete list of Beel's work.
Format moyen, couverture souple.253 pages. Illustrations n/b. Dos insolé, intérieur bon 1980 Pierre Mardaga