Edition établie, présentée et annotée par Antoinette Blum, avant propos de Yves Baudoun, 1 vol. in-8 br., Cesura, Meyzieu, 2000, 166 pp.
Envoi autographe du préfacier. Etat très satisfaisant (petit choc au dos en tête, très bon état par ailleurs). La correspondance évoque la Grande Guerre, l'Inde (avec Gandhi), l'URSS, le fascisme et la psychanalyse (Charles Baudouin était critique et psychanalyste).
Armand Baudouin directeur, 1 vol. in-folio reliure éditeur pleine-percaline moutarde, La Vie Parisienne. Année 1901. 39e Année (Du Numéro 1 du 5 janvier 1901 au 28 décembre 1901) 1 f., 728 pp.
Rare exemplaire bien complet de l'intégralité des numéros de l'année 1901. Bon état (coins un peu frottés, petite faiblesse en première garde volante, petits défauts d'usage, bon exemplaire par ailleurs).
Armand Baudouin directeur, 1 vol. in-folio reliure éditeur pleine-percaline moutarde, La Vie Parisienne. Année 1902. 40e Année (Du Numéro 1 du 4 janvier 1902 au 27 décembre 1902), 1 f., 728 pp.
Rare exemplaire bien complet de l'intégralité des numéros de l'année 1901. Etat satisfaisant (accroc au dos, coins un peu frottés, petits défauts d'usage, bon état par ailleurs).
Armand Baudouin directeur, 1 vol. in-folio reliure demi-chagrin rouge, dos à 5 nerfs orné, La Vie Parisienne. Année 1899 Complète (Du 7 janvier 1899 au 30 décembre 1899)
Rare exemplaire bien complet, en état très satisfaisant (petit accroc en dos, qq. rouss., très bon état par ailleurs).
Armand Baudouin directeur, 1 vol. in-folio reliure demi-chagrin à coins brun, dos à 5 nerfs orné, La Vie Parisienne. Année 1898 Complète (Du 1er janvier 1898 au 31 décembre 1898), 4 ff. (titre et table), 766 pp.
Rare exemplaire bien complet, en état très satisfaisant (reliure frottée avec petits accrocs, bon état par ailleurs).
[Société des Anciens Textes Français, Paillart] - [ SEBOURC, Baudouin de ] ; (CRIST, Llarry S.)
Reference : 63042
(2002)
Publié par Larry S. Crist, 2 vol. in-8 br., Société des Anciens Textes Français, Paris, F. Paillart, Abbeville, 2002, 1227 pp.
Bon exemplaire de cette chanson de geste française du XIVe siècle, également connue sous le nom de "Bauduin de Sebourc", liée au cycle de la Croisade et probablement composée en Hainaut.
Antwerpen, Vereniging der Antwerpse Bibliofielen, 2000-2001 softcover, originele uitgeversomslag met flappen, 16.2x24.8 cm., 387 pages, Tekst NL. *(bibliotheek stempels aanwezig)
Jaarboek van de vereniging der Antwerpse Bibliofielen. Met facsimile veilingcatalogus bibliotheek Albert Rubens feb. 1658 Ruim een halve eeuw geleden begon de bibliograaf Prosper Arents aan de realisatie van zijn vermetel plan om de bibliotheek van Pieter Pauwel Rubens virtueel te reconstrueren. In 1961 publiceerde hij in Noordgouw een bondig maar nog steeds lezenswaardig verslag over de stand, op dat ogenblik, van zijn werkzaamheden onder de titel De bibliotheek van Pieter Pauwel Rubens. Toen hij in 1984 op hoge leeftijd overleed, had hij vele honderden titels achterhaald, onderzocht en bibliografisch beschreven. Persklaar kon men zijn notities echter allerminst noemen, iets wat hij overigens zelf goed besefte. In 1994 slaagden Alfons Thijs en Ludo Simons erin onderzoeksgelden van de Universiteit Antwerpen / UFSIA ter beschikking te krijgen om Arents' gegevens electronisch te laten verwerken. Lia Baudouin, classica van vorming, die deze moeilijke en omvangrijke taak op zich nam, beperkte zich niet tot het invoeren van de titels, maar heeft ook bijkomende exemplaren opgespoord, Arents' bibliografische verwijzingen nagekeken en aangevuld en de uitgegeven correspondentie van P.P. Rubens opnieuw gescreend inzake lectuurgegevens. Een informele werkgroep, bestaande uit Arnout Balis, Frans Baudouin, Jacques de Bie, Pierre Delsaerdt, Marcus de Schepper, Ludo Simons en Alfons Thijs, begeleidde L. Baudouin bij haar ?monnikenwerk?. Na het verstrijken van het mandaat van de onderzoekster bleef toch nog heel wat werk te verrichten om het geheel persklaar te maken. Elly Cockx-Indestege, Jacques de Bie, Marcus de Schepper en Alfons Thijs behartigden deze laatste productiefase. Anna E.C. Simoni was zo vriendelijk voor Engelse samenvattingen te zorgen. De redactie achtte het nuttig dat Alfons Thijs, via bio-bibliografische gegevens over Prosper Arents, de cultuurhistorische context schetste waarin deze ?poging tot reconstructie van de Rubensbibliotheek? tot stand gekomen is. Zij prijst zich gelukkig dat Frans Baudouin, met zijn grondige kennis van Rubens en diens wereld, bereid was in een verkennende studie te peilen naar de inhoudelijke verscheidenheid en de functionele betekenis van deze kunstenaars- n geleerdenbibliotheek. De titelbeschrijvingen vormen uiteraard de hoofdbrok van de publicatie. Hierbij dient onderstreept dat noch Prosper Arents noch de bewerkers van zijn notities alle beschrijvingen met het boek in de hand konden controleren. In een minderheid van de gevallen moesten zij zich verlaten op bibliografische informatie uit bibliotheekcatalogi, bibliografie n en andere referentiewerken, soms op door bibliotheekverantwoordelijken schriftelijk verstrekte inlichtingen. Bij de aanduiding van bewaarplaatsen van de aangehaalde edities is niet naar volledigheid gestreefd. Enkel die exemplaren zijn vermeld welke door Arents of de bewerkers bij het onderzoek betrokken werden. Zoals uit de bijdrage van Frans Baudouin nog zal blijken, zijn de titels gegroepeerd in een aantal afdelingen, zelf geordend op basis van de toenemende mate van onzekerheid over de vraag of P.P. Rubens van het geciteerde werk wel degelijk een exemplaar in zijn bibliotheek had. In vele gevallen is op basis van het bronnenmateriaal niet uit te maken welke editie van een bepaald werk P.P. Rubens exact bezat. In zulke omstandigheden heeft Prosper Arents, in de regel, voor de (ten aanzien van de bron) meest recente uitgave geopteerd. De gebruiker van het corpus weze er zich dus steeds van bewust dat P.P. Rubens in werkelijkheid eventueel een andere, met name oudere editie van het betrokken werk kan bezeten hebben. Slechts van drie titels uit Rubens' bibliotheek is een exemplaar bekend dat zeker ooit eigendom was van de meester, waar namelijk een handgeschreven opdracht aan P.P. Rubens in voorkomt. Rubens verwierf zijn boekenbezit deels via aankopen bij de Officina Plantiniana. Slechts een deel van de desbetreffende archiefgegevens is door Max Rooses in zijn Petrus-Paulus Rubens en Balthasar Moretus gepubliceerd. Prosper Arents heeft de boekhouding van Moretus er opnieuw op nageslagen. Uit diezelfde journalen transcribeerde Prosper Arents ook de vermeldingen van: 1o een 70-tal boeken in 1628-1633 aangekocht door P.P. Rubens voor rekening van zijn zoon Albert, en 2o een 115 boeken aangekocht door Albert Rubens zelf (althans tot 1640). Elk van die werken heeft Arents tevens, naar best vermogen, ge dentificeerd. We hopen dit materiaal n van de volgende jaren te publiceren. scripties van Max Rooses nagekeken, waar nodig gecorrigeerd en aangevuld en vervolgens alle aldus gevonden titels naar best vermogen ge dentificeerd en er exemplaren van opgespoord. Identificatie was vaak niet gemakkelijk, daar de bibliograaf vaststelde dat in de journalen vermelde formaten, vooral bij kleine boekjes, ?meer naar het uitzicht van het boek dan naar het vouwen van het blad? verwezen.
[Baudouin Simonne ] - COLLECTIF / BAUDOUIN, Simonne Baudouin Simonne
Reference : 47839
Tournai Casterman 1966 in 4 (30,5 x 23) 1 volume reliure cartonnée illustrée de l'éditeur, 32 pages, avec de nombreuses illustrations en couleurs par Simonne Baudouin. Bon exemplaire ( Photographies sur demande / We can send pictures of this book on simple request )
Très bon Reliure
Antverpiae, ex Typographia Knobberiana, apud Franciscum Muller, 1693.Un volume in-folio ( 20 x 30 cm) de vii-64 pages et (4)nn pp (index). Une grande planche dépliante avec une petite déchirure et trois gravures de blason. Reliure d'époque plein veau légèrement usée, coiffes abîmées, sinon bon exemplaire.
Baudouin d'Avesnes est surtout connu pour cette réalisation. Le comte de Flandre Baudouin VI de Hainaut avait entrepris de faire écrire une histoire débutant à la création du monde. Mort en 1205, il ne connut que le début de l'uvre. Baudouin d'Avesnes, son petit-fils, la reprit, à une date non connue, et sans qu'il soit possible de déterminer quelle fut la part de Baudouin et de ses collaborateurs. C'est une vaste compilation historiographique en fait anonyme, en ancien français, racontant l'histoire du monde depuis la Création jusqu'en l'an 1278 (chronique universelle). À mesure qu'on s'approche du XIIIe siècle, l'intérêt se concentre sur la Flandre et le Hainaut, et particulièrement sur la généalogie des familles issues de ces deux comtés. Le Speculum historiale de Vincent de Beauvais est mis très largement à contribution. Sont également utilisés : la Chronique de Sigebert de Gembloux, la Chronique du Hainaut de Gilbert de Mons, une traduction française de l'Historia de Guillaume de Tyr (et ses continuateurs), le texte intitulé Faits des Romains. C'est en fait une compilation sans originalité, d'ailleurs énorme (occupant trois gros volumes in-folio), et qui fut abrégée dès la fin du XIIIe ou le début du XIVe siècle (seconde rédaction, intitulée Chronique abrégée de Baudouin d'Avesnes, avec quelques ajouts concernant notamment la généalogie des familles de la région). Cette Chronique abrégée a été la plus diffusée, et dans plusieurs manuscrits elle apparaît avec des continuations, notamment une version également abrégée de la Chronique normande du XIVe siècle (un récit qui couvre la période 1294-1372), et d'autres morceaux qui poussent le récit jusqu'à la fin du XIVe siècle. Il y a également eu une version latine partielle (Ex Cronicis Haynoniensibus recollectis per Magistrum Balduinum de Avennis).
Charles Péguy éditeur, s.d. [1898]. Péguy a pris le pseudonyme de Baudouin en hommage à son ami décédé Marcel Baudouin, dont il épousera la soeur, Charlotte. Premier dialogue de la Cité Harmonieuse et première oeuvre importante de Péguy. E.O. il n'est pas annoncé de grand papier. Très bel exemplaire, non coupé.
Prosper Arents, Frans Baudouin, Lia Baudouin, Elly Cockx-Indestege, Jacques De Bie & Marcus de Schepper
Reference : 025569
(2001)
Leuven 2001 Vereniging der Antwerpse Bibliofielen Soft cover As New 1st Edition
De bibliotheek van Pieter Pauwel Rubens een reconstructie Prosper Arents, Frans Baudouin, Lia Baudouin, Elly Cockx-Indestege, Jacques De Bie & Marcus de Schepper, eindredactie : Alfons K. L. Thijs 243 x 163 mm, zachte kaft, uitgeversband met stofwikkel , 387 blz , zeer goede staat
Delachaux et Niestlé , Collection d'Actualités Pédagogiques Malicorne sur Sarthe, 72, Pays de la Loire, France 1931 Book condition, Etat : Bon broché, sous couverture imprimée éditeur jaune, titre en noir In-8 1 vol. - 280 pages
édition originale, 1931 Contents, Chapitres : Introduction : Les complexes chez l'enfant et leur classification - Complexes de l'objet - Complexes du moi - Complexes d'attitude - Relations et régulations - Conclusions - Références bibliographiques et index - Charles Baudouin, né à Nancy le 26 juillet 1893 - mort à Saconnex-d'Arve, Genève le 25 août 1963, est un psychanalyste et écrivain français. Sa pratique thérapeutique le conduit à articuler les apports respectifs de Sigmund Freud, de Carl Gustav Jung et de Alfred Adler avec ses propres découvertes. - Baudouin fait une première analyse avec le docteur Carl Picht, de formation jungienne, c'est-à-dire formé en et par la psychologie analytique. Après avoir rencontré Sigmund Freud à Vienne en 1926, il entreprend une seconde analyse, « didactique » de 1926 à 1928, avec le docteur Charles Odier, un des freudiens de l'époque (parfaitement bilingue, Baudouin s'était familiarisé très tôt avec l'uvre du fondateur de la psychanalyse). Quelques années plus tard, il entreprendra une nouvelle expérience analytique avec Tina Keller. Il n'a pas non plus négligé les fondements historiques de la psychanalyse, notamment la suggestion et lhypnose. Ce parcours et toute sa pratique thérapeutique dont dans la thérapie des enfants et l'éducation (voir l'Âme enfantine et la psychanalyse), le conduisent à articuler les apports respectifs de Freud et Jung avec ses propres découvertes. « L'alternative Freud ou Jung doit être dépassée, nous devons être pour la psychanalyse », disait-il et il ajoutait « C'est comme si on vous demandait : Êtes-vous pour Newton ou pour Einstein? A quoi il n'est qu'une seule réponse : Je suis pour la physique ». Il s'est distingué par son souci de garder le lien que Freud recherchait dans l'Esquisse, entre psychanalyse et neurophysiologie ou psychophysiologie. À l'autre extrémité du psychique, il s'est aussi intéressé aux diverses formes de spiritualités, il connaissait le yoga et, dans ses thérapies, utilisait le taijitu (symbole central du taoïsme), à une époque où la symbolique orientale était peu connue en Occident. (source : Wikipedia) infimes traces de pliures aux coins des plats de la couverture sans gravité, petite déchirure sans manque sur le haut du mors du plat supérieur, la couverture est sinon tres propre, cela reste un bon exemplaire, l'intérieur est frais et propre, papier à peine jauni. Sauf erreur, il s'agit de l'édition originale de ce grand classique de Charles Baudouin, un des précurseurs de la psychanalyse infantile, à en juger par la liste des oeuvres de l'auteur, toutes antérieures à 1931. Les éditions ultérieures ont d'ailleurs été largement augmentées au point d'en arriver à des éditions en 2 tomes.
Prosper Arents, Frans Baudouin, Lia Baudouin, Elly Cockx-Indestege, Jacques De Bie & Marcus de Schepper
Reference : 010907
(2001)
Leuven 2001 Vereniging der Antwerpse Bibliofielen Soft cover As New 1st Edition
De bibliotheek van Pieter Pauwel Rubens een reconstructie Prosper Arents, Frans Baudouin, Lia Baudouin, Elly Cockx-Indestege, Jacques De Bie & Marcus de Schepper, eindredactie : Alfons K. L. Thijs 243 x 163 mm, soft cover uitgeversband met stofwikkel , 387 blz zeer goede staat
Prosper Arents, Frans Baudouin, Lia Baudouin, Elly Cockx-Indestege, Jacques De Bie & Marcus de Schepper
Reference : 018480
(2001)
Leuven 2001 Vereniging der Antwerpse Bibliofielen Soft cover As New 1st Edition
De bibliotheek van Pieter Pauwel Rubens een reconstructie Prosper Arents, Frans Baudouin, Lia Baudouin, Elly Cockx-Indestege, Jacques De Bie & Marcus de Schepper, eindredactie : Alfons K. L. Thijs 243 x 163 mm, soft cover uitgeversband met stofwikkel , 387 blz zeer goede staat
tours 1850 1 AQUARELLE ORIGINALE gouachée, entoilée, signée BAUDOUIN ( 63,5 x 40,8 cm ) au crayon de bois en bas à droite, notée en haut au crayon : "rideau pour les soeurs de Fondettes", sans date (1850 environ),
il s'agit là d'une commande des soeurs de l'Ecole Notre Dame des Fondettes pour l'aménagement du théatre de l'école ..... on reconnait en fond de décor du théatre : une vue générale de la Loire, du Pont Saint Pierre et de la Cathédrale St Gatien de Tours ........ EXEMPLAIRE UNIQUE ........ en trés bon état (very good condition). en trés bon état NOUS SOMMES EN CONGÉ DU 29 AVRIL 2025 AU 13 MAI 2025 merci de votre compréhension!
Paris, Georges Bellais, Paris, Georges Bellais1896 ; grand in-8, broché, couverture beige sans autre mention de Marcel imprimé en rouge sur le 1er plat et la date de 1896 en noir au dos. ÉDITION ORIGINALE du deuxième livre de Charles Péguy. Il fut imprimé en juin 1898 à Suresnes chez Richard et Husson. En 1897, Péguy avait épousé Charlotte Baudouin, sœur de Marcel Baudouin, un de ses proches amis mort en juillet 1896. Le nom de Péguy n’apparaît pas sur le volume. L’auteur se cache sous le nom de Pierre Baudouin. La librairie Bellais (17 rue Cujas) avait été fondée par Péguy en 1898 pour la publication de ce livre. Elle servit de quartier général au mouvement dreyfusiste. En 1900, après la faillite de la librairie, Péguy se détache de ses associés, Léon Blum et Lucien Herr, pour fonder les Cahiers de la Quinzaine.Ce “Premier Dialogue de la Cité harmonieuse” inspiré par les thèses du socialisme libertaire a été conçu avec la collaboration de Marcel Baudouin qui disparut en 1896. La date de 1896 figure au dos et dans la marge inférieure de chaque premier feuillet des cahiers du volume.
Delachaux et Niestlé , Actualités Pédagogiques et Psychologiques Malicorne sur Sarthe, 72, Pays de la Loire, France 1931 Book condition, Etat : Bon broché, sous couverture imprimée éditeur jaune, titre en noir In-8 1 vol. - 280 pages
édition originale, 1931 Contents, Chapitres : Introduction : Les complexes chez l'enfant et leur classification - Complexes de l'objet - Complexes du moi - Complexes d'attitude - Relations et régulations - Conclusions - Références bibliographiques et index - Charles Baudouin, né à Nancy le 26 juillet 1893 - mort à Saconnex-d'Arve, Genève le 25 août 1963, est un psychanalyste et écrivain français. Sa pratique thérapeutique le conduit à articuler les apports respectifs de Sigmund Freud, de Carl Gustav Jung et de Alfred Adler avec ses propres découvertes. - Baudouin fait une première analyse avec le docteur Carl Picht, de formation jungienne, c'est-à-dire formé en et par la psychologie analytique. Après avoir rencontré Sigmund Freud à Vienne en 1926, il entreprend une seconde analyse, « didactique » de 1926 à 1928, avec le docteur Charles Odier, un des freudiens de l'époque (parfaitement bilingue, Baudouin s'était familiarisé très tôt avec l'uvre du fondateur de la psychanalyse). Quelques années plus tard, il entreprendra une nouvelle expérience analytique avec Tina Keller. Il n'a pas non plus négligé les fondements historiques de la psychanalyse, notamment la suggestion et lhypnose. Ce parcours et toute sa pratique thérapeutique dont dans la thérapie des enfants et l'éducation (voir l'Âme enfantine et la psychanalyse), le conduisent à articuler les apports respectifs de Freud et Jung avec ses propres découvertes. « L'alternative Freud ou Jung doit être dépassée, nous devons être pour la psychanalyse », disait-il et il ajoutait « C'est comme si on vous demandait : Êtes-vous pour Newton ou pour Einstein? A quoi il n'est qu'une seule réponse : Je suis pour la physique ». Il s'est distingué par son souci de garder le lien que Freud recherchait dans l'Esquisse, entre psychanalyse et neurophysiologie ou psychophysiologie. À l'autre extrémité du psychique, il s'est aussi intéressé aux diverses formes de spiritualités, il connaissait le yoga et, dans ses thérapies, utilisait le taijitu (symbole central du taoïsme), à une époque où la symbolique orientale était peu connue en Occident. (source : Wikipedia) infimes traces de pliures aux coins des plats de la couverture sans gravité, la couverture est sinon tres propre, cela reste un bel exemplaire, l'intérieur est frais et propre, le papier de qualité est à peine peu jauni, signature de l'ancien propriétaire au coin de la page de titres, exemplaire en grande partie non coupé. Sauf erreur, il s'agit de l'édition originale de ce grand classique de Charles Baudouin, un des précurseurs de la psychanalyse infantile, à en juger par la liste des oeuvres de l'auteur, toutes antérieures à 1931. Les éditions ultérieures ont d'ailleurs été largement augmentées au point d'en arriver à des éditions en 2 tomes.
Dirigé par Marcelin, 1 vol. in-folio reliure demi-basane bleue, dos à 5 nerfs orné, La Vie Parisienne. Année 1890. 28e Année (Du Numéro 1 du 4 janvier 1890 au 27 décembre 1890), 1f., 732 pp.
Rare exemplaire bien complet de l'intégralité des numéros de l'année 1890. Bon état (dos frotté, très bon état par ailleurs).
[Imp. Georges Petit] - LAIR-DUBREUIL ; BAUDOUIN, Henri ; TROTTI & Cie ; FERAL, Jules
Reference : 64434
(1914)
1 vol. fort in-4 br. sous couv. rempliée, Imp. Georges Petit, Paris, 1914, 119 pp. et planches
On joint le numéro de la Gazette Drouot fournissant l'intégralité des prix d'adjudication. Etat satisfaisant (couv. un peu frottée avec petits mq. au dos en queue, bon état par ailleurs, avec les résultats dans la Gazette Drouot jointe).
1 vol. in-12 reliure demi-basane marbrée à coins marron, dos à 4 nerfs orné, André Martel, Paris, 1952, 277 pp.
Bel exemplaire bien relié.
1 vol. in-4 br., 1913, 38 pp. et 123 numéros
Bon état (couv. lég. frottée).
Paris, 1911 260 p., 16 planches, relié. 16,5 x 25
Occasion
Le Caire, 1975 IFAO 153 p., 7 planches, 1 carte, broché. 16,5 x 19,5
Neuf
1 fasc. in-8 br., ill. noir et blanc, Paris 1 rue des Arènes, 1913, 15 pp.
Etat satisfaisant (couv. détachée et avec petit manque, bon état par ailleurs avec intérieur frais). Prix en l'état. Peu courant
Marseille, Laffitte Reprints, 1979, gr. in-8°, xii-319 pp, Cinquième édition, revue et très augmentée, un portrait de l'auteur et 71 gravures et photos dans le texte et à pleine page, reliure simili-cuir havane de l'éditeur, dos lisse, titres dorés au 1er plat et au dos, jaquette blanche illustrée, bon état. Réimpression tirée à 500 ex. seulement de l'édition de Paris, 1932
Le maraîchinage fut une coutume importante et spécifique au pays challandais. Marcel Baudouin (fervent républicain, qui fut maire de La Barre-de-Monts à partir de 1896) donne la description ethnique d'une pratique sexuelle d'approche, tradition ancienne d'avant mariage aux allures de faux libertinage, qui ne manquait pas d'être « délicieusement idyllique et d'une exquise naïveté », poursuivait le docteur qui était aussi historien, passionné d'archéologie, photographe et ethnologue. « Cette coutume, extrêmement curieuse, a de vraies caractéristiques ethnographiques ». Marcel Baudouin détaille notamment l'échange de très longs baisers sous le parapluie, baisers qui sont « intrabuccaux ». C'est-à-dire de bouche-à-bouche, avec introduction de la langue ! — Maraîchinage (Régionalisme) : Baiser voluptueux intrabuccal. Baiser buccal, écrit le professeur Debove ; baiser intrabuccal, rectifie Georges Anquetil, qui définit le maraîchinage avec une franchise toute médicale en ces termes : « Cette coutume consiste principalement dans un accouplement buccolingual, effectué dans des conditions données, entre un jeune Maraîchin et une jeune Maraîchine, à l'âge où l'amour pousse dans le cerveau très neuf de mes alertes et vigoureux compatriotes, au moment où les sens s'éveillent... » (Georges Anquetil et Jane de Magny, “L'Amant légitime ou la bourgeoise libertine”, 1923) — "Les jeux érotiques commencent évidemment dès l'enfance, se poursuivent de plus belle entre adolescents ou jeunes adultes (ainsi le maraîchinage en Vendée) et tout cela tracasse beaucoup les confesseurs. En revanche, les participants s'y livrent « sans rougir »." (Jean-Paul Desaive, Délits sexuels et archives judiciaires, 1690-1750, Communications, 1987, n° 46, p. 128) — "Le maraîchinage est, selon moi, une pratique d'attente, et d'essai de l'accord sexuel." (Jean-Louis Flandrin, Les Amours paysannes) — "Il existe encore, dans le Marais mouillé de la Vendée, dit Marais septentrional ou Marais Breton, ou encore Marais de Mont, (...), une coutume très particulière, appelée le Maraichinage. Elle a reçu cette dénomination, parce qu’elle n’est pratiquée que par les habitants de ce marais, qui portent plus spécialement le nom de Maraichins.(...) Cette habitude, extrèmement curieuse, est tout à fait limitée à cette partie du département, et est inconnue dans le reste de la Vendée, comme d’ailleurs dans toute la France. (...) Elle consiste dans un accouplement bucco-lingual, effectué, dans des conditions données, entre un jeune maraichin et une jeune maraichine, à l’âge ou l’amour pousse dans le cerveau très neuf de nos alertes et vigoureux compatriotes, au moment où les sens s’éveillent. (...) Il s’agit là d’un baiser de bouche à bouche, accompagné d’introduction de la langue, exécuté More Columbino, c’est-à-dire à la manière du « becquetage des colombes ». D’après nombres de personnes du pays, il s’accompagne presque toujours, en raison de sa prolongation et de sa grande durée, d’une sensation voluptueuse de part et d’autre. Scientifiquement c’est un cataglottisme ethnique. (...) D’après Erdna (Le Maraischinage, Interm. nantais, 7 déc 1903. Pseudonyme d’un vieux Challandais, d’une érudition remarquable, habitant aujourd’hui la Bretagne), les jeunes maraichines disaient jadis, pour « maraichiner » : pêcher les galants. Ce terme est très explicite et très éloquent. Il indique nettement le but poursuivi : la recherche du mari rêvé ! Après cette expérience, les amoureuses sont fixées sur l’époux qu’elles croient devoir choisir. C’est donc pour le beau sexe, une sorte d’essai avant la noce ; et pour le maraichin, un préliminaire obligé de la demande en mariage. (...) le vrai terme patois, signifiant maraichiner, est : faire lambiche. (...) je tiens de ma soeur, élevé comme moi dans le pays, que c’est bien là l’expression dont se servent surtout les jeunes filles entre elles. Les hommes ont recours plus souvent au mot « biser », altération locale de « baiser », dans le sens de « s’embrasser ». (...) Ce terme de lambiche me paraît extrèmement caractéristique. D’abord la terminaison iche, qui se rapproche singulièrement de liche, licher, terme patois pour lécher (d’où lichetter, lichette), est bien en rapport avec l’acte du maraichinage (...). Quant au radical lamb. Il nous est familier. (...) Il vient de lambere (lambo), verbe qui signifie lècher, caresser, (...). En tout cas, on connait le vieux mot français lampas, signifiant gosier (...). On le pratique aujourd’hui principalement dans les auberges, soit dans la grande salle commune, soit dans les chambres à coucher voisines, quand on désire ne pas rester sous les regards des curieux. Jeunes hommes et jeunes filles s’attablent alors dans un coin, en face d’un verre de liqueur où plutôt d’une tasse de café (boisson préférée des maraichines), et restent là des heures entières, se livrant au Maraichinage, les uns à côté des autres, sans ouvrir la... bouche, du moins... pour prononcer la moindre parole !" (Marcel Baudouin)